zaterdag 7 mei 2011

Dansvoorstelling Venus

Venus
Woensdag 6 april ’11 gingen alle derdeklassers naar de dansvoorstelling Venus in het Scheldetheater te Terneuzen, opgevoerd door de Amsterdamse dansgroep AYA. Dit trotse geesteskindje van choreografe Wies Bloemen werd gedanst door zeven vrouwelijke dansers en een man.
Venus behelst de innerlijke kracht van de vrouwelijke sekse. Dit wordt uitgebeeld door middel van dingen als oergeluiden, strijddansen en het baren van kinderen. De voorstelling oogt enigszins feministisch, en stelt ook allerlei vragen over de vrouwen. Waarom scheren ze hun haar? En waarom zijn ze vaak zo onzeker? De choreografe wil duidelijk het gevoel van herkenning opwekken. Ze wil ons een spiegel voorhouden, waarin we onszelf herkennen.
De voorstelling is bedoeld om pubers leren kennis te maken en leren om te gaan met zulke situaties, met de boodschap: wees jezelf, twijfel niet aan jezelf en maak je eigen keuzes. En, misschien wel belangrijker, respecteer de kracht van een vrouw.
Het zijn allemaal hele herkenbare situaties en dingen, dus zouden ze in het echte leven ook kunnen voorkomen. Het is wel eerder een abstract verhaal, met kleine scènes over kleine “verhaaltjes”, hoewel ze niet aan elkaar verbonden zijn. Ook behelst de show verschillende emoties, zoals (heel overdreven) lachen en (erg hard) huilen. Deze emoties zijn zo duidelijk, dat ze erg aanstekelijk zijn. Het lachen doet iedereen automatisch mee.
De cast bestaat uit zeven vrouwelijke dansers en een mannelijke. Hoewel ze allen redelijk slank zijn gespierd en hun leeftijd redelijk gelijk is, zijn ze stuk voor stuk verschillend. Verschillende huidskleuren, alle soorten haarkleuren en diverse karakters. Hun kostuums en rollen zijn altijd redelijk gelijk afhankelijk van de scene. Afhankelijk van de scene, is ook de dansstijl. Het ene moment zijn er solos of duetten. Vaak werd ertussen gewisseld en maakte een ander de dans af. Die interactie was apart om te zien.
Diverse dansstijlen werden gebruikt voor “Venus”, bijna allemaal modern en expressionistisch. Ook werd er wat internationaal gedanst, zoals de krijgsdans, op Afrikaanse manier, er werd gebreakdanced en musicaldans gedanst bij de liedjes.
Er werd royaal gebruik gemaakt van acties als vallen, springen en rennen. Het ene moment was de dans zeer vloeiend, en plots verandert de sfeer in erg explosief. Dit geeft een apart effect, maar men verliest de rode draad daar snel door. Want het tempo is eerst niet zozeer snel, en ineens gaat het verschrikkelijk snel. Er word geen echte herhaling, harmonie of spiegelijk gebruikt. Het danspatroon was niet duidelijk te zien, doordat we praktisch vooraan zaten.
Telkens werd er geswitcht tussen duetten, solo’s en groepsdansen. Als solo komen de dansers als sterk en weerbaar over, terwijl het in de duetten lijkt alsof ze zeer afhankelijk van elkaar zijn, als een twee-eenheid.
Veel dansstukken waren verdeeld in solo’s of duetten, iedereen, of elk duo, kreeg ongeveer evenveel tijd om hun dans te doen, de tempo’s en energiekheid verschilden per dans. Meestal overheerst een redelijk snel tempo. Vaak wordt op een krachtige manier gedanst, maar toch redelijk gecontroleerd. Forse, grote bewegingen werden gemaakt, en een groot deel van het podium werd benut.
Soms zingt een van de dansers zelf, andere keren wordt er gewoon muziek afgespeeld. De zelf gezongen liedjes waren redelijk traag, de afgespeelde liedjes wat sneller. Het is een collage van verschillende liedjes die niks met elkaar te maken hebben, een combinatie van pop, hiphop, omgevingsgeluiden en rustige muziek. De muziek was een combinatie van ingetogenheid en uitbundigheid, en deed functie als leidraad. Helaas was het allemaal bestaande muziek en ook niet live opgevoerd.
De tekst die in het stuk werd gesproken, werd vertelt door een persoon tegelijk, als monoloog, op verhalende wijze of om te vertellen hoe ze zelf zijn. Het is bedoeld om, ook, over de kracht en problemen van vrouwen te praten.
Het decor is een simpel vaststaand grijs doek met enkele abstracte lijnen, simpel, maar toch ziet het er leuk uit. Het is somber en grauw, maar met gekleurde lichten ziet het er heel anders uit. Het wordt enkel als achtergrond gebruikt, en er worden geen rekwisieten gebruikt.
De kostuums zijn afhankelijk van de scene. Bij normale dansen zijn ze simpel en niet erg kleurrijk, bij speciale scènes, zoals de emotiescene, zijn ze groot, vol kleuren en fantasierijk. De dansers dragen geen schoenen, daardoor bewegen ze makkelijker en het is fijner om een voet in je nek te leggen dan een naaldhak.
De sfeer begint rustig en bouwt langzamerhand op. Tussen de scènes door wisselt deze, bijvoorbeeld van liefde naar conflict.
Ik vond de voorstelling niet erg goed. Misschien komt het doordat ik niet zo van dansvoorstellingen houdt, maar los daarvan vond “Venus” niet echt spectaculair. De dansen waren redelijk vreemd en niet enorm vermakelijk.